-
1 misfire
n. blindganger; niet afgaan (in schieten)--------v. weigeren, niet afgaan (van een vuurwapen)misfire -
2 turn off
(Informeel) saaie boel; iets dat afkeer opwekt (bv. "Dat televisieprogramma is een saai iets, schakel alsjeblieft op een ander kanaal)--------v. afslaan; interesse verliezen; aflsuiten (gas, water); uitdoen, afzetten (licht, apparaat); weerzin opwekken bijturn off1 afslaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 take
n. vangst; ontvangst, recette (van schouwburg); opname (v. film)--------v. nemen; pakken; brengen; begrijpen, snappentake1[ teek] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vangst————————take21 pakken ⇒ aanslaan, wortel schieten2 effect sorteren ⇒ inslaan, slagen4 worden♦voorbeelden:4 he took cold/ill • hij werd verkouden/ziekI took against him at first sight • ik vond hem al direct niet aardig→ take away take away/, take off take off/, take on take on/, take over take over/, take to take to/, take up take up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nemen ⇒ grijpen, (beet)pakken4 nemen ⇒ zich verschaffen, gebruiken5 vergen ⇒ vereisen, in beslag nemen8 krijgen ⇒ vatten, voelen9 opnemen ⇒ noteren, meten11 aanvaarden ⇒ accepteren, incasseren♦voorbeelden:he took me unawares • hij verraste mijtake a degree • een graad/titel behalenthis seat is taken • deze stoel is bezetdo you take sugar in your tea? • gebruikt u suiker in de thee?we take the Times • we zijn geabonneerd op de Timesthe man took her by force • de man nam haar met geweldtake five/ten • even pauzeren/rustenhave what it takes • aan de eisen voldoentake about • rondleidentake someone around • iemand rondleidentake someone aside • iemand apart nemenit took her mind off things • het bezorgde haar wat afleidingtake five from twelve • trek vijf van twaalf aftake fire • vlamvattentake it into one's head • het in zijn hoofd krijgentake it easy! • kalm aan!, maak je niet druk!take for granted • als vanzelfsprekend aannementake as read • voor gelezen houdenI take it that he'll be back soon • ik neem aan dat hij gauw terugkomthow am I to take that? • hoe moet ik dat opvatten?take it badly • het zich erg aantrekkentake it well • iets goed opvattenwhat do you take me for? • waar zie je me voor aan?take sides • partij kiezenyou may take it from me • je kunt van mij aannemenI can take it • ik kan het wel hebbenyou (can) take it from there • daar neem jij het wel (weer) over, verder kun je het wel alleen aantake a decision • een besluit nementake an exam • een examen afleggentake notes • aantekeningen makentake a trip • een reisje makenshe took a long time over it • zij deed er lang overtake it or leave it • graag of nietshe took it lying down • zij verzette zich niettake aback • verrassen, van zijn stuk brengen, overdonderenshe was rather taken by/with it • zij was er nogal mee in haar schiktake it (up)on oneself • het op zich nemen, het wagen, zich aanmatigen -
4 right
n. rechts, de conservatieven (politiek); rechterhand, -kant; recht; recht op voorrangright1[ rajt]1 recht ⇒ voorrecht, (gerechtvaardigde) eis♦voorbeelden:rights and duties • rechten en plichtenright of entry • recht van toegangright of primogeniture • eerstgeboorterechtthe right of free speech • het recht op vrije meningsuitingstand on one's rights • op zijn recht(en) staanall rights reserved • alle rechten voorbehoudenby rights • eigenlijkby right of • krachtens, uit rechte van, op grond van(as) of right • rechtmatig, op grond van een gerechtigde eishe has a right to the money • hij heeft recht op het geldwithin one's rights • in zijn recht→ own own/♦voorbeelden:he is in the right • hij heeft gelijk/heeft het recht aan zijn kantput someone in the right • iemand in het gelijk stellenon/to the/your right • aan de/je rechterkantIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 the rights (and wrongs) of the case • de rechte/ware toedracht van de zaak¶ put/set to rights • in orde brengen, rechtzetten————————right2〈 rightness〉1 juist ⇒ correct, rechtmatig♦voorbeelden:1 what's the right time? • hoe laat is het precies?he got the answers right • hij heeft de vragen juist (beantwoord)you were right to tell her • je deed er goed aan het haar te vertellenput/set the clock right • de klok juist/gelijk zettenstrike the right note, touch the right chord • de juiste toon aanslaan/vindenon the right side of fifty • nog geen vijftig (jaar oud)keep on the right side of the law • zich (keurig) aan de wet houdenlet's get this right • laten we de dingen even op een rijtje zettenput/set something right • iets in orde brengenput/set someone right again • iemand genezen/op de been helpennot in one's right mind • niet wel/helemaal bij (zijn) zinnenMister Right • de ware Jakob〈 informeel〉 (as) right as rain • perfect/helemaal in orde, kerngezondput/set someone right • iemand terechtwijzensee someone right • zorgen dat iemand aan zijn trekken komt/recht wordt gedaanall right • (erg) goed, primathat's right • dat klopt, ja zekerright (you are)!, 〈 Brits-Engels〉right oh! • komt in orde, doen weII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:it's a right mess • het is een puinzooi¶ right arm/hand • rechterhand, assistentkeep on the right side • rechts houden1 gelijk♦voorbeelden:how right you are! • gelijk hebt u!————————right3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:————————right4〈 bijwoord〉2 juist ⇒ vlak, regelrecht♦voorbeelden:1 right and left • aan alle kanten, overal, s en rechtsright, left and centre, left, right, and centre • aan alle kanten2 right ahead • recht/pal vooruitright behind you • vlak achter jeright, let's go • okay, laten we gaan -
5 catch
n. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halen--------v. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halencatch1[ kætsj]3 vangbal7 vergrendeling ⇒ pal, k♦voorbeelden:no catch • geen aanwinst————————catch25 klem/vast komen te zitten ⇒ blijven haken/zitten♦voorbeelden:the nut doesn't catch • de moer pakt nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)vangen ⇒ pakken, grijpen4 inhalen♦voorbeelden:1 catch fish/thieves • vis/dieven vangena nail caught his shirt • hij bleef met zijn overhemd aan een spijker haken/hangenI caught my thumb in the car door • ik ben met mijn duim tussen het portier gekomencatch one's foot on something • met zijn voet ergens achter blijven haken, over iets struikelen〈 ironisch〉 catch me! • ik kijk wel uit!8 catch someone's attention/interest • iemands aandacht trekken/belangstelling wekkencatch oneself • zich plotseling inhouden, opeens stoppen -
6 bend
n. bocht; kromming; knoop--------v. buigen; aanleunen; krommen; zich laten overtuigen; verdraaienbend1[ bend] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 buiging ⇒ kromming, knik♦voorbeelden:the noise drove me round the bend • het lawaai maakte me hoorndol————————bend21 buigen ⇒ zwenken, neigen2 (zich) buigen ⇒ zich onderwerpen, wijken♦voorbeelden:bend down • zich bukken, vooroverbuigenbend before/to someone's power • voor iemands macht buigen/wijkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spannen2 buigen ⇒ krommen, verbuigen3 onderwerpen ⇒ (doen) buigen, plooien♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 bend the rules • de regels toepassen/interpreteren zoals het 't beste uitkomtbend down/up • naar beneden/boven buigenbend one's mind to a problem • zijn aandacht op een probleem richten -
7 hold
n. houvast; invloed--------v. vasthouden; inhouden; bewaren; geloven; schatten; houden; eigenaar zijn vanhold1[ hoold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 catch/get/grab/take hold of • (vast)grijpen, (vast)pakkenget hold of • te pakken krijgenget a hold on • vat krijgen ophave a hold over someone • macht over iemand hebbenlose hold of • zijn greep verliezen opkeep hold of • vasthoudenleave/quit hold of • loslaten¶ on hold • uitgesteld, vertraagd, in afwachtingput a project on hold • een project opschortenno holds barred • alle middelen zijn toegestaan————————hold21 houden ⇒ het uithouden, stand houden2 van kracht zijn ⇒ gelden, waar zijn♦voorbeelden:→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold on to hold on to/, hold out hold out/, hold up hold up/, hold with hold with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 hebben5 doen plaatsvinden ⇒ beleggen, houden♦voorbeelden:will you hold the line? • wilt u even aan het toestel blijven?hold one's nose • zijn neus dichtknijpenhold together • bijeenhoudenhold someone to his promise • iemand aan zijn belofte houden3 hold a title • een titel dragen/bezittenhold in • in bedwang houdenhold under • onderdrukken7 hold everything! • stop!hold something cheap/dear • weinig/veel waarde aan iets hechtenhold something against someone • iemand iets verwijten¶ hold it! • houen zo!; stop!hold one's own with • opgewassen zijn tegen→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold down hold down/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold out hold out/, hold over hold over/, hold up hold up/ -
8 think of
denken over; herinnerenthink of4 bedenken ⇒ voorstellen, verzinnen, (uit)vinden♦voorbeelden:1 (just/to) think of it! • stel je voor!now that I come to think of it • nu, als ik me goed bedenk2 be thinking of doing something • (juist) overwegen/van plan zijn iets te doenhe would never think of (doing) such a thing • zo iets zou nooit bij hem opkomenI won't/wouldn't/can't/couldn't think of it! • ik denk er niet aan!, geen sprake van!4 think of a number • neem/kies een getalwe'll think of something • we vinden er wel iets opthink little/not much of • een lage dunk hebben van; heel gewoon/niets bijzonders vindenbe well thought of • hoog aangeslagen worden¶ think better of it • zich bedenken, ervan afzien -
9 excite
-
10 high
adj. hoog; adellijk; stoned (door de drugs)--------adv. hoog, boven--------n. verheven; hoge versnelling; hoogtepunthigh1[ haj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————high2〈 higher〉1 hoog ⇒ hooggeplaatst, verheven2 intens ⇒ sterk, groot4 vrolijk♦voorbeelden:high camp • superkitsch(erig)high circles • hogere kringenhigh command • opperbevelHigh Commission • ambassade van een Gemenebestlid in een ander GemenebestlandHigh Commissioner • Hoge Commissarishigher court • hoger rechtscollegehigh fashion • haute coutureHigh Mass • hoogmisa high opinion of • een hoge dunk vanhave friends in high places • een goede kruiwagen hebben〈 ook meteorologie〉 high pressure • hoge druk; 〈 informeel〉 agressiviteit 〈van verkooptechniek e.d.〉high priest • hogepriesterhigh society • de hogere kringenhigh water • hoogwaterthe Most High • de Allerhoogstehigh gear • hoge versnellinghigh hopes • hoge verwachtingena high wind • een harde windhigh treason • hoogverraad〈Amerikaans-Engels; informeel〉 high roller • patser, iemand die met geld smijt, supergokkerthe high sea(s) • de volle zeeplay for high stakes • het hoog spelen〈 Brits-Engels〉 high tea • vroeg warm eten, vaak met theecome hell or high water • wat er ook gebeurthigh and mighty • uit de hoogteII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 gevorderd ⇒ hoog, op een hoogtepunt♦voorbeelden:high season • hoogseizoenhigh summer • hoogzomerit's high time we went • het is de hoogste tijd om te gaan♦voorbeelden:————————high3〈 bijwoord〉2 schel♦voorbeelden:feelings ran high • de emoties liepen hoog opride high • succes hebbensearch high and low • in alle hoeken zoeken→ hog hog/ -
11 regard
n. eer; hoogachting; consideratie--------v. beschouwen; bekijken; waarderenregard1[ riga:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 betrekking ⇒ verband, opzicht♦voorbeelden:hold someone in high regard • iemand hoogachten/respecterenin regard of/to • betreffendehave/pay regard to • in acht nemenleave out of regard • buiten beschouwing latenhave little regard for • weinig rekening houden metwithout regard for/to • zonder zich te storen aan/te letten opkind regards to you all • ik wens jullie allemaal het beste————————regard2〈 werkwoord〉3 betreffen ⇒ betrekking hebben op, aangaan♦voorbeelden:1 regard someone as • iemand aanzien/houden voorregard someone with admiration • voor iemand bewondering hebben -
12 tune
n. melodie, wijs--------v. harmoniëren, stemmen, afstemmentune1[ tjoe:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:to the tune of • op de wijs vanthat violin is out of tune • die viool is ontstemdsing out of tune • vals zingenchange one's tune, sing another/dance to another tune • een andere toon aanslaan; 〈 in het bijzonder〉 een toontje lager gaan zingenout of tune • niet in goede conditieto the tune of £1000 • voor het bedrag van £1000→ good good/————————tune22 zingenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stemmen♦voorbeelden:tuned to • afgestemd op
См. также в других словарях:
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
List of former Muslims — This is a list of notable people who have been Muslims sometime during their lives but left Islam for another religion or a non religious ideology. =Converted to a different Abrahamic religion= Converted to Christianity* Magdi Allam Italy s most… … Wikipedia
Liste d'athées célèbres (auteurs) — Article principal : Liste d athées célèbres. Cet article contient une liste d athées qui étaient des auteurs célèbres. Les athées sont des personnes qui ne conçoivent pas l’existence ou affirment l’inexistence des dieux ou de Dieu, ou plus… … Wikipédia en Français